Aye, groene matrozen en aardekapiteins, het leven van een bioboer is geen luilekkerland. Terwijl de zon schijnt en de wind door de velden waait, ploeteren de bioboeren dag en nacht om hun gewassen zonder kunstgrepen groot te krijgen. Maar de tijden zijn ruig: de prijzen voor biologische producten zijn vaak lager dan gehoopt, terwijl de kosten voor zaaigoed, voer en machines juist stijgen als een storm op zee.
De concurrentie met de grote, reguliere boeren is als een gevecht tegen een vloot vol kanonnen. Supermarkten willen wel biologische producten in de schappen, maar ze onderhandelen hard over de prijs. En als de oogst tegenvalt door droogte, plagen of een onverwachte hagelbui, dan is het de bioboer die het gelag betaalt.
Ook de regels en controles zijn streng. Elk veld en elke stal wordt onder de loep genomen, want biologisch moet écht biologisch zijn. Dat vraagt om extra papierwerk, inspecties en soms dure certificaten. En dan zijn er nog de klanten: die willen wel gezond eten, maar niet altijd de hogere prijs betalen die bij biologisch hoort.
Toch geven de bioboeren niet op. Met veel passie en doorzettingsvermogen blijven ze zaaien, oogsten en hun dieren verzorgen. Ze geloven in een betere bodem, gezondere gewassen en een eerlijkere wereld. Maar het is een strijd vol hobbels, onzekerheden en soms een flinke portie piratenmoed.
Dus als je de volgende keer een biologische wortel of een potje honing koopt, denk dan aan de bioboer die met hart en ziel het groene dek bevaart. Want zonder hun inzet en doorzettingsvermogen zou het biologische schip allang gezonken zijn!
