Arrr, makkers! Dit jaar rollen de eikels en beukennootjes al vroeg uit de bomen, en dat is goed nieuws voor het hele bosvolk. Door een warme lente en zomer zijn de vruchten sneller gerijpt dan een dronken piraat na een vat rum. Volgens de Natuurkalender is het groeiseizoen het op één na warmste ooit, waardoor de bomen hun schatten bijna drie weken eerder laten vallen dan vijftig jaar geleden.
De temperatuur van het voorjaar en de zomer bepaalt voor het grootste deel wanneer de eikels naar beneden ploffen. Droogte had dit jaar weinig invloed; het waren vooral de tropische temperaturen die de natuur op stoom brachten. Op de Veluwe alleen al liggen er naar schatting 5,4 miljoen kilo eikels en beukennootjes op de bosbodem – een ware schatkamer voor wilde zwijnen, eekhoorns en andere hongerige piraten.
Voor het ecosysteem is deze vroege oogst een zegen. Wilde zwijnen hoeven nu niet op zoek naar alternatieve kost, zoals sappige plantenwortels, en zo blijft de natuur gespaard van hun gegraaf. Ook andere dieren kunnen hun buik rond eten en zich klaarmaken voor de winter, die steeds zachter lijkt te worden.
Niet alleen eiken, maar ook lijsterbessen, vlieren en paardenkastanjes zijn vroeger rijp. De natuur past zich razendsnel aan het veranderende klimaat aan, maar het blijft spannend waar de grenzen liggen. Sommige bomen laten hun blad al vallen alsof het herfst is, vooral door de hitte en droogte. Toch tonen veel bomen zich taai als een oude zeebonk en komen ze na een flinke bui gewoon weer in blad.
De natuur laat zich niet zomaar uit het veld slaan. Zelfs een kastanje op een rotonde in Ede overleefde meerdere droge zomers en bloeide soms zelfs twee keer in één jaar. Maar elke piraat weet: er zijn grenzen aan wat zelfs de sterkste boom kan hebben.
Dus, piraten van het bos, hef je hoed voor de veerkracht van de natuur! Want zolang de eikels vallen en de beukennootjes rollen, is er feest aan wal voor mens en dier.