Arrr, matrozen! De inflatie is in augustus gezakt naar 2,8 procent, meldt het CBS. Dat betekent dat alles wat je in de winkel of kroeg koopt, gemiddeld 2,8 procent duurder is dan een jaar geleden. In juli was het nog 2,9 procent, dus de wind is iets gaan liggen op de prijszee.
Elke maand meten de rekenmeesters van het CBS hoe hard de prijzen stijgen met hun consumentenprijsindex, oftewel de CPI. In augustus waren de prijzen zelfs 0,2 procent hoger dan in juli. Dus wie dacht dat de storm voorbij was, moet nog steeds wat extra dukaten uit de schatkist trekken.
De daling van de inflatie komt vooral door de meubelhandel en de luchtvaart. Meubelen waren in augustus maar 1,2 procent duurder dan vorig jaar, terwijl ze in juli nog 5 procent stegen. En wie het luchtruim koos, kon juichen: vliegtickets waren zelfs 11,8 procent goedkoper dan vorig jaar. Dat scheelt een flinke scheepslading goudstukken!
Maar niet alles werd goedkoper. Kleding was in augustus juist 3,5 procent duurder dan een jaar eerder, terwijl je in juli nog kon profiteren van lagere prijzen. Ook de motorbrandstoffen stuwden de inflatie omhoog, dus wie zijn schip wil bevoorraden, betaalt meer.
De grootste prijsstijgers waren huisvesting, water en energie, gevolgd door voedingsmiddelen, drank en tabak. Ook diverse diensten, recreatie en cultuur, en vervoer droegen hun steentje bij aan de inflatie. De horeca deed het rustig aan, en communicatie werd zelfs iets goedkoper.
In de eurozone steeg de inflatie licht van 2,0 naar 2,1 procent. In Nederland was de prijsstijging bij industriële goederen en voedingsmiddelen zelfs groter dan gemiddeld in de eurozone. Energie was in de eurozone goedkoper, maar in Nederland juist duurder – een echte piratenparadox!
Vanaf 2026 krijgen de CPI en HICP een nieuw basisjaar, zodat de rekenmeesters hun kaarten weer kunnen bijwerken. Tot die tijd blijft het spannend op de prijszee. Dus hou je schatkist in de gaten, matrozen, want de inflatie mag dan dalen, het leven aan boord blijft duurder dan ooit!